Een voorbeeld?
"Ik vroeg twee bestuurders van vergelijkbare zorgorganisaties naar hun
visie op innovatie. De een vond dat Nederland te klein was om te innoveren
en dat er dus samenwerking gezocht moest worden met grote, internationale
partijen. De ander vond juist dat de echte innovatie plaatsvond aan het bed
en dat grote organisaties te bureaucratisch waren om samen te werken. Dat
laat zien hoe persoonlijke drijfveren sturend zijn voor de richting van de
organisatie. De ene bestuurder haat bureaucratie en is liever een kleine
baas dan een grote knecht, terwijl de ander niets liever wil dan meespelen
op het wereldtoneel."
Betekent dit dat bestuurders egotrippers zijn?
"Ik zou het woord egotripper niet willen gebruiken omdat het niet alleen
gaat om hun eigen persoonlijke gewin. Vaak zijn de bestuurders erg overtuigd
van de publieke zaak en de belangen die zij dienen. Ze hebben alleen veel
vertrouwen in hun visie op de wereld en handelen daarnaar. Ze doen dus geen
dingen als die indruisen tegen de dingen die zij belangrijk vinden."
Niet heel rationeel dus?
"De klassieke theorieën over samenwerking blijken in de praktijk niet te
kloppen. Die theorieën gaan ervan uit dat context en omgeving bepalen wat
een organisatie doet, en dat bestuurders rationeel handelen. Maar
samenwerkingen die op papier goed zouden moeten verlopen omdat er een grote
match is tussen de doelen en belangen van de organisaties, lopen soms voor
geen meter. Terwijl aan de andere kant samenwerkingsverbanden waarbij de
match veel minder makkelijk te vinden is, als een tierelier lopen. Dat
vonden we raar dus wilden we dat onderzoeken."
En wat was de uitkomst?
"We hebben vijftig bestuurders uit de bouw en de zorg ondervraagd en de
gesprekken geanalyseerd. Hun motieven en beweegredenen voor samenwerking
zijn maar voor 15 procent terug te voeren op modellen en theorieën. De rest
was persoonlijke overtuigingen en drijfveren als "Ik vind het
'belangrijk', 'innovatief', 'maatschappelijk relevant' of 'leuk'". De
rationele argumenten worden vooral gebruikt in presentaties naar buiten toe.
Dat zijn wel factoren om rekening mee te houden wanneer een samenwerking
wordt aangegaan."
Hoe werkt het dan in de praktijk?
"We hebben alle bestuurders de keuze gegeven tussen twee mogelijke
samenwerkingspartners. Bij de een is er een inhoudelijke match van negentig
procent, maar ze hebben een hekel aan elkaar. Bij de andere is er een match
van vijftig procent, en een enorme persoonlijke klik. Alle vijftig
ondervraagde bestuurders kozen voor de mindere match, maar een persoonlijke
klik."
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl